Wet bestuur en toezicht rechtspersonen: wat verandert er?

Op 10 november 2020 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen aangenomen. De wet zal op 1 juli 2021 in werking treden. Vooral voor non-profitorganisaties heeft dit gevolgen. Wat verandert er?

Het wetsvoorstel maakt het voor alle rechtspersonen mogelijk om:

  • een raad van commissarissen (dan wel: een raad van toezicht) in te stellen;
  • te kiezen voor een monistisch bestuurssysteem: dit houdt in dat binnen het bestuur de taken worden verdeeld over uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Er is geen afzonderlijke raad van commissarissen of raad van toezicht naast de raad van bestuur.

Voor verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderling waarborgmaatschappijen gaan hiermee dezelfde regels gelden als voor vennootschappen.

Een uniforme regeling voor alle rechtspersonen

Daarnaast introduceert de wet een uniforme regeling voor:

  • de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen in geval van onbehoorlijke taakuitoefening;
  • de uitgangspunten die bestuurders en commissarissen bij het vervullen van hun taak in acht moeten nemen, met name het belang van de rechtspersoon;
  • de ruimere beoordelingsvrijheid die de rechter krijgt om een bestuurder of commissaris van een stichting te ontslaan indien het Openbaar Ministerie of een andere belanghebbende daarom verzoekt; en
  • wanneer bestuurders en commissarissen een tegenstrijdig belang hebben en zich moeten onttrekken aan de besluitvorming. Met name voor stichtingen is dit van belang, aangezien hier geen leden zijn die het bestuur kunnen controleren.

Aandachtspunten:

  1. Stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen die geen belet- en ontstentenisregeling in hun statuten hebben opgenomen, moeten hun statuten bij de eerstvolgende gelegenheid aanpassen. Bij ‘belet’ kunt u bijvoorbeeld denken aan langdurige ziekte of schorsing en bij ‘ontstentenis’ aan bijvoorbeeld defungeren of ontslag. De wetgever vindt namelijk dat bestuur en toezicht ook uitgeoefend moeten kunnen worden als er sprake is van belet of ontstentenis van alle leden van het bestuur of de raad van commissarissen. Zeker in de huidige coronacrisis is dit van belang.
  2. Statutaire bepalingen die regelen dat één bestuurder of commissaris de meerderheid van het stemrecht bij de besluitvorming heeft zijn niet meer toegestaan. Dergelijke bepalingen blijven geldig tot de eerstvolgende statutenwijziging of maximaal tot vijf jaar na inwerkingtreding van de wet. De wetgever vindt het niet wenselijk dat één bestuurder of commissaris een dominerend stemrecht heeft, omdat het bestuur en de raad van commissarissen juist intern collegiaal opererende organen zijn.
  3. De aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders van informele en niet-commerciële verenigingen en stichtingen bij faillissement wordt wettelijk geregeld. Een dergelijke regeling ontbrak. Gevolg is dat zij nu eenvoudiger door de curator aansprakelijk gesteld kunnen worden. Zij zijn echter pas aansprakelijk als zij hun taak niet behoorlijk vervuld hebben. Buiten faillissement geldt deze verzwaarde aansprakelijkheid niet.
  4. De regels voor het ontslag van statutair bestuurders van vennootschappen gaan nu gelden voor bestuurders van alle rechtspersonen. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst automatisch beëindigd wordt als de bestuurder ontslagen wordt. Wel dient ook in dat geval een voldoende ontslaggrond aanwezig te zijn.

Meer informatie?

Heeft u vragen over het wetsvoorstel, over de structuur van uw onderneming, neem dan gerust contact met mij op.

Contact

    Beijersbergen van Henegouwen Advocatuur

    Maliesingel 2
    3581BA Utrecht

    https://sportenrecht.nl
    info@sportenrecht.nl